In de Sinaï maakte ik voor het eerste kennis met de woestijn. Ik trok 6 dagen met de bedoeïenen mee. De kamelen waren zwaar bepakt. Zij droegen alles wat we tijdens deze trektocht nodig hadden. Wat we niet hadden meegenomen was hout. En hout was belangrijk. Zonder hout geen vuur en zonder vuur geen eten. Want elke dag werd het brood vers gebakken en de avondmaaltijd klaar gemaakt op het vuurtje dat werd gestookt. Als ik om mij heen keek was er weinig hout te bekennen. Dat beloofde een hele opgave te worden.
Aandacht
Het bleek dat het hout onder de grond zat. Ik weet nog dat ik wat onrustig was. Toch elke dag weer spannend hoeveel hout we hadden. Ik wilde graag in het hout zoeken mijn steentje bijdragen. Ik vroeg aan een van de bedoeïenen wat ik kon doen om hout te vinden. Hij keek mij aan. Rustige ogen. We liepen verder. Hij zei “als je hout wilt vinden in de woestijn, heb dan oog voor alles wat op je pad komt: het zand, de sporen van kleine beestjes, het waaien van de wind, de kleur van de rotsen, het horen van de stilte. Wees er met aandacht bij en je zal zien dat het hout vanzelf zijn weg naar jou zal vinden”. Woestijnwijsheden noem ik dat. We hadden hout, elke avond, precies genoeg. Niet teveel, niet te weinig.
Loslaten vanuit vertrouwen
Ik ken maar al te goed die kant in mij dat ik de situatie naar mijn hand wil zetten en een probleem snel wil fiksen. Er zijn situaties waarin mijn gedrevenheid juist averechts werkt. Wanneer ik denk aan het verhaal van het hout weet ik wat ik eigenlijk echt te doen heb. Adem in adem uit, heb aandacht voor wat er is, van moment naar moment en open je hart voor wat er is. Diep van binnen weet ik dat in dat moment alles al verscholen ligt: niet te veel, niet te weinig, precies genoeg voor de dag van vandaag.