Petra Noordhuis, schrijfster van onder meer het boek ‘Je bent wat je date’, reisde afgelopen woestijnreis mee door de Wadi Rum woestijn. Ze schreef haar ervaringen op. Heerlijk nuchter met een goede dosis zelfspot. Met een big smile heb ik het gelezen. Petra spat van het papier af. Een heerlijk mens. Graag deel ik met jullie haar verhaal. Lees en geniet mee.
Petra vertelt
Ik durfde het eigenlijk niet aan mijn moeder te vertellen. Een week lang rondlopen in de woestijn van Jordanië. Niet bereikbaar en omringd door Syrië, Irak en Israël. Misschien zou ze nagelbijtend een week wakker liggen uit bezorgdheid voor haar bloedje. Maar het viel mee. Ze reageerde gewoon belangstellend. Mams is wel wat gewend inmiddels…
Waarom?
Ik geef het toe: ik ben af en toe een vluchter. In drukke periodes met teveel werk en te weinig ontspanning heb ik de neiging om mijn koffer te pakken en onder te duiken. Liefst ergens waar niemand me kan bereiken. Zo zat ik eerder tijdens de kerst vlakbij de Noordpool zalm te vissen, reed ik in een jeep door Oman en liep ik een (te klein) stukje van de Camino naar Santiago.
Nu even niet!
Onlangs had ik het dus weer, die neiging om de koffer van zolder te halen. Maandenlang had ik bijna elk weekend gewerkt omdat ik een leuke (maar te grote) klus binnengesleept had. Ik werd gek van die mailbox die elke dag overliep en ik moest me beheersen om niet erg geïrriteerd uit te vallen naar mensen die me ‘HALLO!!!’ of ‘???’ appten als ik niet snel genoeg op hun berichtjes reageerde. Ik voelde me de man uit de Cup a Soup reclame, die voor zijn voltallige personeel op tafel springt en dan ‘Nu even niet!’ krijst.

Gewoon doen
Toen ik nog volop in de stress bij de kapper zat en een andere klant me de Viva toeschoof, zag ik daarin het artikel van Lydia van der Weide. Zij was op een eerdere woestijnreis met Caroline Froeling mee geweest en haar verhaal inspireerde me enorm. Het artikel kwam als geroepen, want hoe onbereikbaar kun je zijn als je midden in de woestijn loopt, waar je telefoon niet werkt en waar geen Wifi is?
Eén dag en één mailtje later had ik geboekt. Ik ging de woestijn in. Met dat vooruitzicht waren de komende drie weken nog wel te overbruggen.
De reacties
Waar iedereen me anders altijd een prettige vakantie wenst, waren het nu vooral wensen om veilig thuis te komen. Ik kreeg er een beetje een unheimisch gevoel van, met een onlangs neergeschoten vliegtuig in mijn achterhoofd (niet letterlijk, maar je snapt me wel). Toen ons toestel vlak vóór de landing in Istanbul rechtsomkeert maakte en richting de zee vloog heb ik even gedacht dat alle doemdenkers gelijk zouden krijgen. Maar het viel mee. We landden veilig in Istanbul, ons tussenstation. En daar hadden we vier uur de tijd om kennis met elkaar te maken, voordat de vlucht naar Aqaba vertrok.

Aqaba
Ondanks een maniakale en appende taxichauffeur bereikten we ons hotel, waar we een dagje bij konden komen voordat het grote avontuur zou beginnen. Na een korte nacht (de moskee wekt je op tijd zullen we maar zeggen) gingen we naar het strand, waar we onder begeleiding van coaches Alexandra en Caroline een aantal kennismakingsoefeningen deden, snorkelden, op zee-egels trapten, genoten van de zon en onze doelstellingen bepaalden.
Mijn doel
Mijn persoonlijke doel was om uit te vinden welke alternatieven er voor mijn vluchterijen waren en op welke andere manier ik om kon gaan met stress en vervelende gevoelens. Mijn van huis uit meegekregen strategie ‘niet lullen maar poetsen’ bleek namelijk niet in alle gevallen zo effectief. Het werd tijd om wat minder te dóen en wat meer te zíjn. Van overleven naar leven.
De woestijn
Met een Jeep reden we de volgende dag steeds verder van de bewoonde wereld weg. De rode woestijn ging over in een enorme gele zandvlakte en er waren steeds minder sporen van menselijk leven. Naast een grote rotspartij werden we afgezet bij een kamelendrijver en zijn kamelen. We bonden sjaals om tegen de zon, vulden onze waterflessen en gingen op pad. In stilte wandelden we door het prachtige woestijnlandschap, dat na elke rotspartij een ander uitzicht gaf. De stilte maakte dat je volop van de omgeving kon genieten, zonder afgeleid te worden door geluid. Je kon er gewoon zíjn.

De groep
Hoewel ik niet zo’n groepsdier ben, is het reizen met een groep me erg goed bevallen.Voordeel is dat het gelijkgestemden zijn én dat er bij een avontuurlijke reis over het algemeen geen klagers en zeurders mee gaan. Er werd dus niet gegild als er spinnen, schorpioenen of slangen te zien waren. Er werd niet geklaagd over het lokale eten (integendeel) en alle uiterlijke schijn deed er niet meer toe. De stilte van overdag werd ’s avonds gecompenseerd door ontroerende, humoristische, ontwapenende en eerlijke verhalen. En wilde je stil zijn, dan was dat ook goed.
Het leven in de woestijn
Ontdaan van alle luxe, gadgets, leuke schoenen, handtassen en spiegels ben je in heel korte tijd back to basic. ’s Avonds kruip je met je kleren aan in een slaapzak en ’s ochtends word je wakker van de zon, terwijl er een kameel nieuwsgierig aan je snuffelt. Ik vond het verbazingwekkend hoe snel dat went. Je klopt wat XL-torren uit je schoenen, je eet een stukje brood dat in het vuur gebakken is en dan kan de nieuwe dag beginnen. Hoe eenvoudig kan het zijn?
De Bedoeïenen
Op onze reis werden we vergezeld door drie Bedoeïnenmannen. Zij bewezen dat vooroordelen over de man-vrouw verhoudingen in islamitische landen niet altijd opgaan. Zonder uitzondering waren ze altijd en allemaal zorgzaam, lief en vriendelijk, zonder dat er sprake was van een dubbele agenda of opdringerigheid. Ze kookten goddelijke maaltijden voor ons, met (h)eerlijke lokale ingrediënten en zonder de pakjes Wereldmaaltijden van Knorr. Ze verbonden blessures met kamelenharen bindsels, vermaakten ons met zang en dans en gaven antwoord op al onze nieuwsgierige vragen. Het waren trotse echtgenoten en vaders die bij het kampvuur de foto’s van hun vrouw en kinderen lieten zien. Ik ben zelden zulke gastvrije en vriendelijke mensen tegengekomen.
Regen in de woestijn
Om het wat spannend te maken had de natuur ook wat ontberingen bedacht. Zo sliep ik nacht 3 naast een rots, die in een waterval veranderde toen het begon te hozen. De drie Bedoeïenen mannen sleurden me mijn bed uit om me te redden van een gewisse verdrinkingsdood. Of ze wilden dat de slaapmatten droog bleven, dat kan ook. Ik werd naar een andere rots gedirigeerd, waar al mensen lagen te slapen. Doorweekt en ijskoud kroop ik in het donker tegen één van mijn groepsgenoten aan, want dat had ik geleerd van National Geographic. Zo zou ik mogelijk overleven. Toen ik een paar uur later wakker werd, zag ik dat het de kamelendrijver was en niet één van mijn vrouwelijke reisgenoten. Hij kon er ook om lachen.
En erger
Tijdens één van de wandelingen stak er een zandstorm op. Dat voelt alsof je met glassplinters gescrubd wordt door een potige stukadoor. Daarna diende een volgende regenbui zich aan. Nooit geweten dat het in woestijnen regent. Een woestijnbewoner bood ons zonder aarzelen een plek in zijn tent aan en daar zaten we dan: tien kleumende vrouwen en een zingende kamelendrijver. Wachtend tot de storm over was. Onder de indruk van zoveel gastvrijheid.
Inzicht
Een tijdje prikkelarm leven heeft het voordeel dat je alle tijd, energie en gedachten aan jezelf kunt besteden. Dat is even wennen als je gewend bent om meestal druk-druk te zijn, een hoge lat te hebben en om altijd eerst aan een ander te denken. Met een uitgekiend programma van onder andere yoga, Qigong, groeps- en individuele gesprekken, (schrijf)oefeningen, rust en inspanning begonnen de kwartjes stuk voor stuk te vallen.
En hoe gaat het nu?
Ik vroeg me tevoren af wat je weken later nog zou merken van een reis als deze. Was het een kortdurend Tsjakka-gevoel of zou het beklijven? Het laatste bleek het geval. Ik ben nu zes weken terug en het is nog steeds lekker rustig in mijn hoofd, mijn lijf en mijn leven. Mijn omgeving keek wat bezorgd toen ik zei dat ik een meditatieworkshop bij Robert Bridgeman ging volgen, maar nee, ik word geen zweefteef en ik ga mijn jurken niet batikken. Wat ik wel ga doen is wat vaker ‘nee’ zeggen, wat beter voor mezelf zorgen, de lat wat lager leggen en hier en daar mijn agenda blokkeren met de opmerking ‘Nu even niet!’.

Als je geen tijd hebt om te ontspannen,
wordt het tijd om te ontspannen.
Sydney J. Harris
Dank Petra voor het mogen delen van jouw verhaal! Wil je meer over Petra weten? Kijk dan op www.tekstenderest.nl
